Als ik begin met het einde voor ogen, dan is er volgens mij maar één logische vraag te stellen.
Stel: de transformatie Jeugdzorg heeft plaatsgevonden. Er is diepgaand iets veranderd. Wat is er dan in Nederland voor kinderen in de knel wezenlijk verbeterd? Welke belofte is gedaan en ook waargemaakt?
Omdat ik er vanuit ga dat gewenste verandering (welke dan ook) alleen tot stand komt wanneer mensen (wie dan ook) de daad bij het woord voegen en zich ‘daadwerkelijk’ anders gaan gedragen zijn er ook vervolgvragen te formuleren:
Ten eerste: Is gedrag van professionals in het primaire proces dan veranderd? En zo ja, wat zullen zij in grote lijnen doen (& laten)? Welke kritieke ontwerpprincipes zullen bewerkstelligen dat zij dat zullen doen (& laten). Wat hebben zij minimaal nodig van de organisatie waar zij werkzaam zijn?
Ten tweede: Als organisaties deze voorwaarden faciliteren: wat moeten zij dan in grote lijnen doen (& laten) en welke kritieke ontwerpprincipes zullen dit bewerkstelligen? Wat hebben zij hierbij nodig van de (gemeentelijke) overheid?
En tot slot (maar ook weer niet) : Als de (gemeentelijke) overheid deze voorwaarden faciliteert: wat moeten zij dan in grote lijnen doen (& laten) en welke kritieke ontwerpprincipes zullen dit bewerkstelligen? Wat heeft zij hierbij nodig van organisaties en professionals?
Samengevat: welke algemeen geldende, kritieke ontwerpprincipes maken de kans dat de de beoogde transformatie tot stand komt zo groot mogelijk?
Met kritiek bedoel ik echt kritiek: dat als ook maar één van deze niet wordt ingezet of onhaalbaar blijkt we beter per direct alle bestuurlijke, ambtelijke en organisatorische drukte en onrust kunnen stopzetten. Vaststellen dat het ‘goed genoeg’ gaat en de werkelijk enorme bedragen die direct en indirect gemoeid zijn met alle ‘reorganisatie’ vooral ergens anders aan besteden. Als manager en adviseur houdt het mij wel van de straat hoor. Daar niet van. Maar laat dat nou net niet de bedoeling achter de werkelijk mooie beloftes zijn...
volgende keer: perpetuum mobileHier klikken om te bewerken.
Ten tweede: Als organisaties deze voorwaarden faciliteren: wat moeten zij dan in grote lijnen doen (& laten) en welke kritieke ontwerpprincipes zullen dit bewerkstelligen? Wat hebben zij hierbij nodig van de (gemeentelijke) overheid?
En tot slot (maar ook weer niet) : Als de (gemeentelijke) overheid deze voorwaarden faciliteert: wat moeten zij dan in grote lijnen doen (& laten) en welke kritieke ontwerpprincipes zullen dit bewerkstelligen? Wat heeft zij hierbij nodig van organisaties en professionals?
Samengevat: welke algemeen geldende, kritieke ontwerpprincipes maken de kans dat de de beoogde transformatie tot stand komt zo groot mogelijk?
Met kritiek bedoel ik echt kritiek: dat als ook maar één van deze niet wordt ingezet of onhaalbaar blijkt we beter per direct alle bestuurlijke, ambtelijke en organisatorische drukte en onrust kunnen stopzetten. Vaststellen dat het ‘goed genoeg’ gaat en de werkelijk enorme bedragen die direct en indirect gemoeid zijn met alle ‘reorganisatie’ vooral ergens anders aan besteden. Als manager en adviseur houdt het mij wel van de straat hoor. Daar niet van. Maar laat dat nou net niet de bedoeling achter de werkelijk mooie beloftes zijn...
volgende keer: perpetuum mobileHier klikken om te bewerken.