Al sinds enige tijd verbaas ik mij erover dat er gemeenten zijn die nu ze de verantwoordelijkheid krijgen over de middelen, de beschikbaarheid en de kwaliteit van de jeugdzorg in brede zin van het woord voorbereidingen treffen om een aantal van de werkzaamheden zelf uit te gaan voeren. In Amsterdam werd onlangs een gezinsmanager van (nu nog) Bureau Jeugdzorg verkozen tot jonge ambtenaar van het jaar (“alvast met het oog op de Transitie begrijp je.. “) De gemeente Den Haag “doet een transitiestap vooruit” en is voornemens twee JGZ-organisaties en BJZ samen te voegen tot één nieuwe gemeentelijke dienst: het CJG. De terugtredende overheid is overal #trendingtopic, maar daar waar het gezinnen en kinderen betreft lijkt het wel precies de andere kant op te bewegen. (klik op 'read more')
Mijn wat naïeve aanname was dat dit vooral (nog) lokale ideeën en keuzes zijn van zeer actieve bestuurders, ambtenaren, adviseurs waarvan ik vond -eerlijk toegegeven- dat zij niet helemaal weten waar ze mee bezig zijn.
Daarbij had ik mij, alweer toegegeven, nog niet echt verdiept in de tekstuele catacomben van de beoogde maatregelen.
Wat schetst nu mijn verbazing. Na mij door de wettekst en toelichting te hebben geworsteld blijkt deze inhoudelijk maar zeker ook taaltechnisch bol te staan van formuleringen waardoor mij inderdaad het idee wordt gegeven dat gemeenten er goed aan doen een flink aantal activiteiten onder te brengen als gemeentelijke dienst en daarmee zelf de uitvoering ter hand te nemen.
Dat kan ik nu wel beter plaatsen, maar betekent dit dan niet een toekomstscenario met grote maatschappelijke gevolgen? Ja, zult u zeggen, dat was nou net de bedoeling van die hele transitie!
Waar ik op doel is het volgende: Stel ik woon in een dergelijke gemeente en stel er kan met reden over mijn gezin worden gezegd dat er al sinds lange tijd sprake is van meervoudige en complexe problemen. In dat geval zal ik tot ver achter mijn voordeur zowel de overheid als de rechter (of liever gezegd de overheid namens de rechter) over de vloer hebben. Ambtelijke gezinsmanagers nemen tijdelijk de regie van mij over. Ook als het minder ingrijpend is en mijn situatie de toets van ‘voldoende veilig’ heeft doorstaan hebben ambtelijke CJG-medewerkers vastgesteld wat er nodig is of waar ik recht op heb en weet mijn lokale overheid straks dus heel veel over mijn inkomen, fysieke en psychische aandoeningen, welke relaties ik kies en de manier waarop ik zo goed als mogelijk probeer mijn kinderen groot te brengen.
De vraag is of dit gevolg nu ook bedoeld is. Of niet. En of het überhaupt wel kan en mag. Of niet. Tot slot vraag ik mij af of ik het als staatsburger wel wil. Of niet.
Mogelijk ben ik een taalpurist die niet moet zeuren en zie ik te veel beren op de weg die er niet zijn. Maar, zo las ik ook:
“Een absoluut uitgangspunt is dat de overheid niet zelf de rol van aanbieder van zorg kan of mag opnemen. Dat wordt alleen al door de privacywetgeving onmogelijk gemaakt. Bestuurders of ambtenaren kunnen wel het proces van zorg (kosten, uitvoering, resultaat) in kaart brengen, maar mogen nooit de beschikken over informatie over de inhoud van de problemen van hun burgers”#
Wordt met de geruststelling dat het alleen over processturing (wie krijgt wat wanneer en waarom) en dus niet over de inhoud gaat iets wezenlijks over het hoofd gezien?
Let wel: ik ben zeer voor diepgaande verandering van de hulpverlening aan gezinnen. Ik denk ook oprecht dat een aantal transitiemaatregelen de o zo gewenste ruimte bieden om echt het positieve verschil voor gezinnen te maken, en de zorg effectiever en efficienter. Maar dan moeten we wel achteraf betreurde weeffouten zien te voorkomen. Ik ga in mijn netwerk maar eens op zoek naar bestuurskundige kennis en kunde…
(1.Tussen institutioneel aanbod en organische vraag (2011) Invoering CJG, VNG )
Daarbij had ik mij, alweer toegegeven, nog niet echt verdiept in de tekstuele catacomben van de beoogde maatregelen.
Wat schetst nu mijn verbazing. Na mij door de wettekst en toelichting te hebben geworsteld blijkt deze inhoudelijk maar zeker ook taaltechnisch bol te staan van formuleringen waardoor mij inderdaad het idee wordt gegeven dat gemeenten er goed aan doen een flink aantal activiteiten onder te brengen als gemeentelijke dienst en daarmee zelf de uitvoering ter hand te nemen.
Dat kan ik nu wel beter plaatsen, maar betekent dit dan niet een toekomstscenario met grote maatschappelijke gevolgen? Ja, zult u zeggen, dat was nou net de bedoeling van die hele transitie!
Waar ik op doel is het volgende: Stel ik woon in een dergelijke gemeente en stel er kan met reden over mijn gezin worden gezegd dat er al sinds lange tijd sprake is van meervoudige en complexe problemen. In dat geval zal ik tot ver achter mijn voordeur zowel de overheid als de rechter (of liever gezegd de overheid namens de rechter) over de vloer hebben. Ambtelijke gezinsmanagers nemen tijdelijk de regie van mij over. Ook als het minder ingrijpend is en mijn situatie de toets van ‘voldoende veilig’ heeft doorstaan hebben ambtelijke CJG-medewerkers vastgesteld wat er nodig is of waar ik recht op heb en weet mijn lokale overheid straks dus heel veel over mijn inkomen, fysieke en psychische aandoeningen, welke relaties ik kies en de manier waarop ik zo goed als mogelijk probeer mijn kinderen groot te brengen.
De vraag is of dit gevolg nu ook bedoeld is. Of niet. En of het überhaupt wel kan en mag. Of niet. Tot slot vraag ik mij af of ik het als staatsburger wel wil. Of niet.
Mogelijk ben ik een taalpurist die niet moet zeuren en zie ik te veel beren op de weg die er niet zijn. Maar, zo las ik ook:
“Een absoluut uitgangspunt is dat de overheid niet zelf de rol van aanbieder van zorg kan of mag opnemen. Dat wordt alleen al door de privacywetgeving onmogelijk gemaakt. Bestuurders of ambtenaren kunnen wel het proces van zorg (kosten, uitvoering, resultaat) in kaart brengen, maar mogen nooit de beschikken over informatie over de inhoud van de problemen van hun burgers”#
Wordt met de geruststelling dat het alleen over processturing (wie krijgt wat wanneer en waarom) en dus niet over de inhoud gaat iets wezenlijks over het hoofd gezien?
Let wel: ik ben zeer voor diepgaande verandering van de hulpverlening aan gezinnen. Ik denk ook oprecht dat een aantal transitiemaatregelen de o zo gewenste ruimte bieden om echt het positieve verschil voor gezinnen te maken, en de zorg effectiever en efficienter. Maar dan moeten we wel achteraf betreurde weeffouten zien te voorkomen. Ik ga in mijn netwerk maar eens op zoek naar bestuurskundige kennis en kunde…
(1.Tussen institutioneel aanbod en organische vraag (2011) Invoering CJG, VNG )