Om te voorkomen dat ik later van plagiaat wordt beticht, kom ik er bij voorbaat voor uit: In deze blog citeer ik ongegeneerd uit het boek “Ondertussen in de organisatie’ van Leike van Oss en Jaap van ‘t Hek. Een absolute aanrader voor iedere professional, manager, bestuurder, kortom medemens, die te maken heeft met ‘het Ondertussen’ als de stille kracht die er immer voor zorgt dat de organisatie en de mensen erbinnen oplossingen vinden voor vraagstukken en verstoringen. Ook zonder ingrijpen van veranderaars, bestuurders en managers.
Deze stille kracht is gebaseerd op het feit dat iedere mens (ongeacht zijn rol of functie) door zijn cognitie niet anders kan dan overal en altijd betekenissen bouwen[1]. We gebruiken in taal gegoten verklaringen om in de wereld te kunnen bewegen. Door deze vorm van rationaliseren (causale intuïtie en retrospectieve verhalen) begrijpen we de wereld om ons heen. Het ‘Ondertussen’ doet hiermee zijn werk. Want we weten niet wat we niet zien. Terwijl het er wel is. Of we willen of niet, iedere organisatie, of netwerk van organisaties, is een levend, interacterend, sociaal systeem dat door zelforganisatie gewoon doorfunctioneert en innoveert.
Complexiteit van organisaties
De schrijvers van het boek (dat geen thema onberoerd laat zonder het van wetenschappelijke theorie te voorzien) stellen dat het ontwerpen van een maanraket in een flink aantal opzichten simpeler is in zijn functioneren dan het ontwerpen van een gemiddelde organisatie. Raketten zijn complexe machines, maar anders dan in organisaties gaan de onderdelen niet op eigen houtje dingen verzinnen of uitproberen, ontstaan daardoor geen ruzies en machtsspelletjes en zitten sommige moertjes niet te broeden op onuitgesproken verlangens.
De theorie die kijkt naar organisaties als complex-dynamische en complex-responsieve systemen helpt ons gelaagdheid in organisaties te zien. Deze systeemtheorie veronderstelt geen enkelvoudige bouwer of ontwerper van organisaties, maar ziet organisaties als open systemen die zichzelf –in reactie op verwachtingen uit de omgeving- organiseren. Zij wordt vormgegeven door de mensen die er deel van uitmaken. Mensen vormen die zinvolle gehelen door met elkaar tot afspraken en regels te komen over wie ze zijn, hoe men zich tot elkaar verhoudt en wat passend en succesvol gedrag en communicatie betekenen (Ralph Stacey 1992, 2009). Kunneman (in Bekman, 2001) beschrijft een organisatie als de plaats waar ‘samenleving, systeem en individualiteit in een spanningsvolle relatie tot elkaar staan, waarbij steeds een van de drie de neiging heeft te domineren’… Het levert een onoverzichtelijk complex geheel van interacties en perspectieven op.
NB: Iedere gelijkenis met bestaande, ons bekende situaties berust op louter toeval.
[1] van Hoof, emeritus hoogleraar Ehtologie
Complexiteit van organisaties
De schrijvers van het boek (dat geen thema onberoerd laat zonder het van wetenschappelijke theorie te voorzien) stellen dat het ontwerpen van een maanraket in een flink aantal opzichten simpeler is in zijn functioneren dan het ontwerpen van een gemiddelde organisatie. Raketten zijn complexe machines, maar anders dan in organisaties gaan de onderdelen niet op eigen houtje dingen verzinnen of uitproberen, ontstaan daardoor geen ruzies en machtsspelletjes en zitten sommige moertjes niet te broeden op onuitgesproken verlangens.
De theorie die kijkt naar organisaties als complex-dynamische en complex-responsieve systemen helpt ons gelaagdheid in organisaties te zien. Deze systeemtheorie veronderstelt geen enkelvoudige bouwer of ontwerper van organisaties, maar ziet organisaties als open systemen die zichzelf –in reactie op verwachtingen uit de omgeving- organiseren. Zij wordt vormgegeven door de mensen die er deel van uitmaken. Mensen vormen die zinvolle gehelen door met elkaar tot afspraken en regels te komen over wie ze zijn, hoe men zich tot elkaar verhoudt en wat passend en succesvol gedrag en communicatie betekenen (Ralph Stacey 1992, 2009). Kunneman (in Bekman, 2001) beschrijft een organisatie als de plaats waar ‘samenleving, systeem en individualiteit in een spanningsvolle relatie tot elkaar staan, waarbij steeds een van de drie de neiging heeft te domineren’… Het levert een onoverzichtelijk complex geheel van interacties en perspectieven op.
NB: Iedere gelijkenis met bestaande, ons bekende situaties berust op louter toeval.
[1] van Hoof, emeritus hoogleraar Ehtologie